de Duiker


boven gekomen, aan ʻt einde beland
de wind die voelt zacht aan je gezicht
met blote voeten net over de rand
op kromme knieën je hele gewicht

ʻt moment tussen de afsprong
en het koude water
dat moment van zweven
in de lucht
die split-seconde weet je ’t zeker
nu bestaat er
geen enkele weg meer terug

daar gaat de aarde, het zekere bestaan
voel ik als bange duiker de steen onder me vandaan
naar het onbekende, het nieuwe gezicht
het wordt zeker wennen inʼt felle licht

splatsch, het gevoel en de eerste aanblik
daar rolt de rilling, water sluit
zonder er bij na te denken zegt je: nu ben ik
ben ik mijn wereld uit

Refr:
en je vliegt, je vliegt heel even maar
met de wind, de wind die draagt je daar
en je gaat met en wapper-wapper-haar
als een adelaar

nu het onbekende
daar het nieuwe gezicht
het wordt ongelofelijk wennen
in het felle licht

refr.


Tomba del tuffatore